We zijn vanmorgen om 10:25 de Frans-Spaanse grens gepasseerd via de Col de Manrell bij het plaatsje Las Illas.
Omdat een eerder verslag van onze belevenissen tijdens een computercrash verloren ging in Ille sur Tet, zal ik nogmaals in de tijd teruggaan.
Op 26 juni vertrokken we welgemoed uit Vias-Plage. We hadden tamelijk slecht geslapen door de voortdurende branding geluiden. Dat was verrassend, want we hadden juist de tent vlak bij het strand gezet omdat we het geruis overdag zo heerlijk vonden. We hebben deze dag een behoorlijke Off-Day gehad. Er stond een storm met windkracht 6 a 7 pal vanuit het westen, de kant waar wij heen moesten. We volgden het Canal du Midi, een kanaal dat zijn oorsprong vindt in 1667 en de Middellandse Zee met de Atlantische Oceaan verbindt bij Bordeaux. De weg was erg hobbelig door plakken asfalt en later op het jaagpad enorme wortels, als boomstronken. Bij Bezier kwamen we wel een stukje vernuft tegen. Het Canal du Midi kruiste daar de plaatselijke rivier de Orb als een ongelijkvloerse kruising in een snelweg. Hiervoor waren 9 sluizen nodig die dus ook uit die vroege jaren van het kanaal stamden. Verder was het een niet al te zuiver kanaal en stonk het volgens Jacqueline.
Vanuit Bezier trokken we wat meer naar het zuidwesten om om Perpignan heen te komen.
Het landschap was prachtig glooiend, maar ik had daar met mijn neus op het stuur en maar tegen de wind in sleurend niet altijd oog voor. We kwamen weer langs prachtige rotsformaties en veel grote windmolens op de onherbergzame toppen in het grote lege hete land.
Na 98 km zwoegen kwamen we aan in Durban Corbieres, bekend om de Corbiere wijnen.
Er was een gemeente camping, maar de beheerster was er nog maar een half uurtje en alleen dan was er warm water tot de volgende morgen, wanneer haar opvolgster kwam.
Dat warme water en daarna lekker eten is nu juist dat waar je tijdens je inspanningen naar uitkijkt.
Er leek een hotel te zijn, dus daar gokten we toen maar op. Nu, er was warm water, maar verder had het alle kenmerken van een een frans hotel in de vroegere tijd. Ik ben maar op mijn matje op de grond gaan slapen., Jacqueline in haar slaapzak op het scheve bed.
We hebben er heerlijk gegeten en daar bleek het hotel overigens ook om bekend te zijn.
De volgende dag, de 27e, hadden we ondanks de inspanningen van de vorige dag geen last van pijnlijke spieren of pap in de benen. Dat heet dus kennelijk conditie. Het was aangenaam van temperatuur en de wind was matig , soms in de vele beklimmingen in het heuvellandschap ook wel eens mee. Gestaag klommen we omhoog, de Col d'Extreme was een makkie. De natuur was ruig en prachtig en er was weinig verkeer. De rotsformaties begonnen steeds ruiger te worden, kennelijk meer lijkend op de Pyreneeen. De etappe eindigde in Ille sur Tet. In de afdaling naar Ille werden we nog verrast door prachtige geelkleurige kalkrotsen, de Orgues, pilaarachtig.
Door de moeilijke beschikbaarheid van overnachtingsmogelijkheden en de zwaarte van de vorige dag knoopten we er na 62 km een eind aan. In Ille was een gemeentecamping dus dat kwam goed uit.
Op dezelfde camping stonden Peter en Maartje die ook onderweg waren naar Barcelona, maar 6 weken de tijd hadden.
Op de 28e hebben we een heel korte etappe moeten inlassen, omdat we vers aan de grote klim naar de Frans-Spaanse grensovergang wilden beginnen op de dag daarna.
Daarnaast ging het bij ons beiden ook moeizaam, een gevolg van temperatuur en vooral de hoge vochtigheid. We hebben maar 41 km gereden en waren zo bekaf, dat we in een plaatselijk park eerst na de lunch op een bankje een uiltje hebben geknapt voor we de camping opzochten. Het was een eenvoudige camping in Maureilles en we hebben ons ook nog even in het zwembad afgekoeld.
Daar stonden ook Maartje en Peter weer, waarmee we gezellig een paar pilsjes hebben gedronken op het terras van het campingrestaurant.
Vandaag de 29e zijn we vroeg aan de steile klim naar de grensovergang begonnen. Gelukkig reden we in de schaduwkant van de berg. Al was de Col maar 752 meter hoog, de zwaarte was enorm. voortdurend stijgend met een percentage van 5 tot 7 a 8 %. Daarnaast was het laatste deel onverhard en gingen de percentages nog omhoog naar af en toe 12 %. Het was heel stil en enerverend. Afgronden van honderden meters zonder hekje op een autobreed pad, waar heel af en toe ook nog een auto op of af ging.
In Spanje hebben we de NII genomen, om niet weer erg veel tijd met geslinger in de heuvels kwijt te raken. De beschrijving probeert hiermee namelijk grote steden te vermijden. We hebben wel ondervonden dat zo'n N-weg ontzettend druk is, maar daarmee zijn we nu al wel in GIRONA aangekomen. We gaan zo het stadje bekijken en ergens lekker eten. We zitten in een heerlijk hotel, dat hebben we wel verdiend.
Allemaal weer de hartelijke groeten,
Jacqueline en John
Geen opmerkingen:
Een reactie posten